Advocaten moeten vanaf 1 januari 2014 21% BTW rekenen op hun prestaties, zowel aan ondernemingen als aan particulieren.
Deze 21% BTW wordt aangerekend op alle diensten die advocaten leveren. Kosten zoals griffie- en rolrechten, expeditie van vonnis of arrest, … die een advocaat “voorschiet” en daarna doorrekent aan de cliënt alsook de rechtsplegingsvergoedingen, zijn niet onderworpen aan deze BTW-regeling.
Deze aanpassing in de wetgeving is ingegeven onder Europese druk (België was het enige Europese land waar nog een vrijstelling van BTW voor advocaten bestond) en naar analogie met de invoering van de BTW voor notarissen en gerechtsdeurwaarders in 2012.